Ik raak in de war van MVO – Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het thema van deze editie. Iedere keer als ik erover nadenk, loop ik vast. Waarom is dat, vraag ik me af. Wat ik wél weet is dat ik meestal op mijn hoede ben als er bewegingen, doctrines of organisaties ontstaan die hun bestaansrecht ontlenen aan ‘goed doen’ voor de mensheid, het milieu, de vrede, de planeet.
In een samenleving als de onze, waar welvaart en welzijn floreren, groeit ook de behoefte aan zingeving, aan ‘goed doen’. Als burgers van deze maatschappij zitten we dus hoog in de Maslow pyramide. Daarom stellen wij ook hoge eisen aan organisaties waar we onze producten of diensten betrekken. Wij verlangen dat zij hun onderneming op een maatschappelijk verantwoorde manier runnen. En wat dan ‘verantwoord’ is daar zijn dan criteria voor, zodat we kunnen checken of we goed bezig zijn.
Een belangenorganisatie die richting en advies geeft in hoe je MVO-proof bent lijkt al snel weer op een nieuwe religie. Kunnen wij eigenlijk wel ‘goed doen’ uit onszelf, zonder ons te verhouden tot een stroming of een marketingtrend? En dan bedoel ik écht ‘goed doen’, zonder eigenbelang. Voor wie of wat is het goed? Voor onszelf, voor anderen, voor de wereld waarin we leven? Doen we het uit een diep verlangen van betekenis te zijn, hebben we een slecht geweten, handelen we vanuit schuld of schaamte? Er bestaan theorieën die beweren dat als de mens zou uitsterven, de aarde zou opbloeien en dat als bijvoorbeeld alle insecten uitsterven, het leven op aarde zou instorten.
Ooit had ik als ideaal te werken voor het Wereld Natuur Fonds. Uit het niets kreeg ik daar zowaar een goeie job aangeboden. Dat heb ik 4 jaar lang gedaan. Er gebeurden prachtige dingen daar. Toch ik raakte ook teleurgesteld. Het leek of iedere WNF-er een éigen ideaal had van een betere wereld en dat we elkaar daar niet echt in vonden. Wie het hardste schreeuwde, kreeg de meest aandacht. Niet noodzakelijk degenen met de beste ideeën. Het was in mijn ogen meer een marketingorganisatie, met een aantal sexy boegbeelden zoals de panda, de olifant, de tijger. Daar trokken donateurs hun portemonnee voor. Niks mis mee. Toch had ik nooit eerder een grotere afstand ervaren tot een betere wereld dan in deze organisatie. Let wel, ik wil niet oordelen over hun goede werk. Het gaat over mij en over hoe lastig ik het vind en vond om ‘goed te doen’, om een vorm te vinden waarin ik een unieke bijdrage kan leveren ten gunste van andere mensen.
Mijn valkuil is dat ik snel enthousiast ben over projecten en organisaties die in mijn ogen te maken hebben met zingeving. Voor ik het weet stap ik in zo’n nieuw initiatief en merk dan na een tijdje dat ik in ‘het verhaal’ van een ander gestapt ben. Na een tijdje haak ik dan weer af, vertwijfeld en op een of ander manier vervreemd van m’n eigen verhaal. Wat heb ik hier te brengen? Op wat voor manier maak ik mijn bijdrage aan het systeem waarin ik leef zinvol en van waarde? Ik vind dat ingewikkeld. Daarom vind ik MVO, of wat voor naam je er ook aan geeft, ook ingewikkeld. Het is het verhaal van een ander. Van een overheid, een instituut, een organisatie, de Verenigde Naties. Wat kan ikzelf ‘goed doen’ houdt mij vooral bezig. En dat dat mogelijk Maatschappelijk Verantwoord is, vind ik minder interessant.
De oorsprong van MVO, of je dat nu als individu of als organisatie doet, ligt diep in ons menselijke systeem. Laten we het onze natuurlijk drang tot filantropie noemen. Onzelfzuchtig zorgen voor het welzijn en de ontwikkeling van de mens, door iets te geven. Aan iemand of aan een goed doel, zodat de ontvanger kan groeien of verbeteren.
Het woord filantropie komt voor het eerst voor in een gedicht van de Griekse dichter Aischylos (5eeeuw v. Chr.) Daarin wordt verteld over de ontstaansgeschiedenis van de mens. Volgens het verhaal bezat de mens aanvankelijk geen kennis, vaardigheden of overlevingsinstincten. Hij verstopte zich daarom uit angst voortdurend in donkere grotten. Oppergod Zeus beschouwde deze wezens als volkomen nutteloos en was dan ook van plan ze te vernietigen. De mythologische figuur Prometheus verhinderde dat plan. Hij schonk de mens twee dingen: de kennis om vuur te maken en ‘blinde hoop’, ofwel optimisme. Door deze twee gaven durfde de mens zijn grot te verlaten en was hij niet langer nutteloos. Volgens de mythe deed Prometheus zijn gift vanuit zijn ‘philanthropos tropos’, ofwel vanuit zijn ‘menslievende karakter’. Zo ontstond later filantropie als een opvoedkundig ideaal. Als de mens zich als individu bleef ontwikkelen kon hij die wijsheid en kennis inzetten ter verbetering van de gehele mensheid.
In mij huist al jaren het verlangen om ‘goed’ te willen doen. Wat ik voor mezelf slecht kan beetpakken is waarom dat zo is. Is dat voor mijn ego, is dat omdat ik werkelijk bij wil en kan dragen aan de levens van anderen en daarmee aan een betere wereld. Of kan het één gewoon niet zonder het ander?
In mijn zoektocht naar “goed doen” stuitte ik op het werk van de Joodse geleerde Maimonides. In de 12eeeuw ontwikkelde hij de zogenaamde Ladder van Liefdadigheid. Hierin reikt hij 8 niveaus aan waarmee je je als mens de kunst van het geven eigen kan maken. Wellicht helpt het mij en jou als lezer bij vragen als waarom wil ik geven, hoeveel kan ik geven en wanneer heb ik genoeg gegeven? Even in het kort de 8 treden, van hoog naar laag:
8. Een ander in staat stellen zelfredzaam te zijn( door schenking, lening, partnership, opleiding of een baan.
7. De gever en de ontvanger kennen elkaar niet.
6. De gever kent de ontvanger, maar de ontvanger kent de gever niet.
5. De ontvanger kent de gever, maar de gever kent ontvanger niet.
4. Rechtsreeks geven aan wie het nodig heeft, ongevraagd.
3. Rechtsreeks geven aan wie het nodig heeft, als het je gevraagd wordt
2. Minder geven dan je zou kunnen, maar bereidwillig
1. Met tegenzin geven
Ik denk dat deze negen eeuwen oude liefdadigheidsladder nog altijd zeer actueel is om helder te krijgen waarom, hoeveel en hoe je wil geven. In mijn beleving start het hier. Als je dat voor jezelf helder hebt, kun je er als individu of als leider van een organisatie blind op vertrouwen dat je initiatief gegarandeerd MVO-proof is zonder iets van MVO te weten.
Dit artikel van Piet Hurkmans verscheen in april 2018 als column in het themanummer van Pioniers Magazine over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen