‘Hoe begin ik nou met mijn verhaal?’ is een telkens terugkerende vraag als je een lezing of een presentatie houdt. Je hebt je boodschap misschien wel helder, maar die heeft nog wel een context en een inleiding nodig. Waarschijnlijk wil je een originele opening of een ijsbreker, want hoe ervaren je ook bent als spreker, het blijft altijd spannend om voor publiek te spreken.
Er is een universele wet bij ieder publiek, waar ook ter wereld: Als een spreker op het podium komt, wil het publiek als eerste weten ‘Wie is die man of vrouw op het podium?’ Hoe eerder je als spreker deze collectieve vraag van het publiek beantwoord, hoe groter hun bereidheid zal zijn naar de rest van je verhaal te luisteren. Maar hoe doe je dat… laten zien wie je bent? En hoe verbind je dat met de rest van je verhaal, je boodschap? Vervolgens is het van belang dat je in je opening aangeeft waarom je daar bent, wat je vandaag gaat doen en wat je publiek er aan heeft.
Het geheim zit in het vertellen van een voor jou persoonlijk belangrijke of indrukwekkende gebeurtenis. Je hebt het zelf meegemaakt, dus je kunt het ook niet vergeten. Deze gebeurtenis gebruik je als metafoor voor je grotere boodschap verderop in je verhaal. Ook kun je tijdens je verhaal terugverwijzen naar het begin. Zo’n opening duurt meestal 2-3 minuten.
Voor mij persoonlijk is bijvoorbeeld een belangrijk levensmoment dat ik 15 jaar gelden samen met mijn vrouw de Kennedytunnel bij Antwerpen inrijd. Het is er heel druk, 4 rijen vrachtwagens naast me. Middenin die tunnel krijg ik een – wat later blijkt – paniekaanval. Voor mij voelt het op dat moment of ik een hartaanval krijg. Mijn uur is geslagen, mijn leven trekt in seconden aan me voorbij. Ik wil het stuur loslaten en toch is er iets dat ervoor zorgt dat ik het verkrampt vasthoud. Met moeite weet ik de auto na de tunnel aan de kant te zetten en vraag mijn vrouw verder te rijden. 10 jaar lang durf ik niet meer op de snelweg te rijden na deze ervaring. Het mooie aan zo’n verhaal is dat ik het kan gebruiken voor elke boodschap die ik maar zou willen vertellen. Daar kom ik straks op terug.
Zo’n persoonlijke opening heeft ook een bepaalde opbouw die je als vanzelf doet en ook niet kunt vergeten als je het eenmaal een keer gedaan hebt. We maken gebruik van zogenaamde life moments. Dat gaat alsvolgt:
1. Begin in stilte en en zoek oogcontact met telkens één persoon uit je publiek voor een paar seconden.
2. Na deze bewuste stilte en aandacht voor je toehoorders zal je publiek bij het eerste woord dat je spreekt onmiddellijk luisteren.
3. Dan vertel je je life moment terwijl je toehoorders één voor één blijft aankijken. Zonder drama, poging tot humor of geheimzinnigheid. Laat de toehoorders het verhaal op hun eigen manier beleven. Dus gewoon de feiten, in de tegenwoordige tijd: met wie ben je, waar, wanneer, wat gebeurt er? Door dit zo te doen roep je een beeld op (als een filmscène) dat je publiek zich voor de geest kan halen. Een life moment is niets anders dan een moment in de tijd waarop iets van betekenis gebeurde. We hebben allemaal talloze van dit soort momenten. We zijn ze misschien vergeten, maar ze zijn er.
4. Als je dit moment hebt geschetst, vertel je wat je voelt bij deze gebeurtenis, ook in de tegenwoordige tijd. Hiermee geef je op een subjectieve manier aan wat deze scène met jou doet. Het geeft je publiek ook de ruimte om jou te leren kennen en bij zichzelf na te gaan hoe zij zich erbij voelen. Het schept een band.
5. Elk life moment is een verhaal op zich. En elk verhaal kan je betekenis geven door te vertellen wat jij als spreker van deze gebeurtenis geleerd hebt, toen of nu je erop terugkijkt.
6. Nadat je hebt verteld wat je ervan geleerd hebt, leg je de link naar het moment van nu, waarin je samen bent met je publiek. Je kunt jezelf in stilte of hardop hier de vraag stellen ‘Waarom vertel ik jullie dit nu?’ En vervolgens vertel je je publiek wat je verhaal te maken heeft met waarom je op dat moment met elkaar samen bent: je boodschap.
7. Dan vertel je kort in 3 stappen wat je gaat doen: de agenda.
a. Welk probleem of kwestie je aansnijdt
b. De nieuwe kijk of oplossing die je voor dat probleem hebt
c. Het plan of de actie die je voorstelt
8. Dan geef je in een korte krachtige zin je belofte aan het publiek. Wat zullen zij hebben aan jouw verhaal?
9. Instemming. Tot slot check je bij je publiek of ze dan aan het goede adres bij je zijn en of ze er klaar voor zijn. ‘Bent u er klaar voor?’ kan je gerust vragen. Je kunt er vanuit gaan dat de meeste mensen in je publiek dan ja zullen knikken.
De totale opening zou niet meer dan 5 minuten moeten duren. Dan kan je aan je grote verhaal beginnen, waarin je af en toe terugkomt op je opening en het verder illustreert met meerdere life moments. Succes!